Reproductieve Gezondheid in de Dertig: Wat Je Moet Weten Over de Biologische Klok

Heb je je ooit afgevraagd waar het vak dat je volgde goed voor was? Ik had dit met een vak dat ik tijdens mijn studie volgde. Het was een interessante cursus over wetenschap, media en samenleving, maar ik had nooit verwacht dat ik iets zou doen met de opgedane kennis. Tot nu. De cursus was specifiek gericht op hoe medische kennis werd gepresenteerd in de reguliere media, bijvoorbeeld in talkshows en in media-artikelen met koppen, zoals ‘Rode wijn zorgt ervoor dat je langer leeft’ of ‘Vis eten maakt je slimmer’. Ik vergeleek een media-artikel met het medische artikel dat in het media-artikel werd aangehaald. Ik ontdekte dat in het media-artikel medische bevindingen vertekend waren, overige belangrijke bevindingen werden genegeerd en de selectie van de doelgroep niet werd benoemd. Dit is alarmerend, omdat de opvattingen van mensen over medische kwesties zoals de biologische klok, wel worden gevormd door het lezen van zulke artikelen.

Wanneer begonnen de discussies over de biologische klok voor vrouwen?

Sinds vrouwen in de jaren zeventig zijn gaan werken, is er steeds meer aandacht voor gender gerelateerde debatten over veroudering en vrouwelijke reproductie en demografische verschuivingen naar vertraagd ouderschap.[1] Centraal in het discours van de biologische klok staat dat het publieke debat wordt overschaduwd door het idee dat betaalde arbeid de vruchtbare jaren van een vrouw belemmert. In de jaren tachtig werd de biologische klok geassocieerd met een cohort van grotendeels witte, goed opgeleide vrouwen uit de hogere middenklasse.[2] Met de komst van medische technologieën en technieken hebben grote aantallen vrouwen vrijwillig het krijgen van kinderen uitgesteld. Het resultaat was dat eind jaren negentig een generatie vrouwen die gewacht had met het stichten van een gezin, met die beslissing begon te worstelen, terwijl het ene na het andere mediakanaal berichtte over de scherpe daling van de vruchtbaarheid van vrouwen naarmate ze ouder werden. De reguliere media stonden vol met krantenkoppen, zoals "When It’s Too Late to Have a Baby", "Should You Have Your Baby Now?", "Tick-Tock Goes The Biological Clock."

Waar staan we nu?

De eerste artikelen over de biologische klok voor vrouwen waren gebaseerd op historische gegevens vóór de introductie van medische technologieën en technieken, zoals anticonceptie en IVF. Sinds de jaren 2000 zijn er veel onderzoeken gepubliceerd over zwangerschap op latere leeftijd. Er is een brede overtuiging op medisch gebied dat leeftijd en vruchtbaarheid inderdaad gecorreleerd zijn. Naarmate de leeftijd van vrouwen stijgt, neemt de vruchtbaarheid af. De snelheid waarmee dat afneemt, is echter discutabel. Uit een onderzoek van David Dunson (2004) bleek bijvoorbeeld dat met geslachtsgemeenschap minstens twee keer per week 82 procent van de 35-tot 39-oude vrouwen binnen een jaar zwanger wordt, vergeleken met 86 procent van de 27- tot 34-jarigen. [3] Dat is slechts een verschil van 4 procent. Een percentage van 43-63% was in staat om zwanger te worden na nog eens een jaar van proberen. Dunson (2004) stelt ook dat de vruchtbaarheid afneemt met de leeftijd van zowel mannen als vrouwen. Een andere studie, door Kenneth Rothman (2013), volgde 2.820 Deense vrouwen terwijl ze probeerden zwanger te raken. [4] Van de vrouwen die seks hadden tijdens hun vruchtbare tijd, raakte 78 procent van de 35- tot 40-jarigen binnen een jaar zwanger, vergeleken met 84 procent van de 20- tot 34-jarigen. Dat is een verschil van 6 procent. Uit een onderzoek onder leiding van Anne Steiner bleek dat onder de 38-tot 39-jarigen die eerder zwanger waren geweest, 80 procent van de blanke vrouwen met een normaal gewicht binnen zes maanden op natuurlijke wijze zwanger raakte. Dit percentage was lager onder andere rassen en onder mensen met overgewicht.[5] In haar gegevens zag ze pas op 40-jarige leeftijd enorme dalingen. De afgelopen jaren hebben veel studies uitgewezen dat zwanger worden op latere leeftijd dus niet zo somber is als aanvankelijk werd aangenomen. Ook is er een trend waarneembaar in het doen van onderzoek naar de biologische klok van mannen. Dit is nog steeds onderbelicht. Soms zijn vrouwen vruchtbaar en is er iets mis bij de man.

Meetbaarheidsproblemen

Studies naar natuurlijke conceptie zijn moeilijk uit te voeren. Ten eerste bevallen veel vrouwen in de twintig en gebruiken ze anticonceptie als ze in de dertig zijn, of ze hebben anticonceptie gebruikt in de twintig en beïnvloedt dit hun vruchtbaarheidsniveau in een later stadium. Ten tweede is één van de uitdagingen voor onderzoekers altijd het vinden van respondenten en het is zeer onbetrouwbaar om te vertrouwen op de informatie die het paar heeft verstrekt over hoe lang het duurde voordat ze zwanger werden, omdat het gebaseerd is op het menselijk geheugen. Een ander probleem is dat de vruchtbaarheid mogelijk ook wordt beïnvloed door andere factoren, zoals voeding, stressniveaus, sociaaleconomische positie en etniciteit. Dit verandert bijna per decennium. Neem bijvoorbeeld voeding, met de veganistische trend die gaande is, eten mensen minder vlees. Ten slotte nemen veel onderzoeken blanke vrouwen als steekproef. Voor niet-blanke vrouwen is dit problematisch, omdat er niets staat over in hoeverre de bevindingen op hen van toepassing zijn.

Samenvattend

  • De vruchtbaarheid neemt af naarmate de leeftijd stijgt voor zowel vrouwen als mannen
  • Er wordt meer onderzoek gedaan naar de biologische klok voor mannen
  • Het aantal vrouwen dat zwanger wordt in de twintig vergeleken met vrouwen in de dertig verschilt slechts met 4-6 procent
  • Een percentage van 43-63% van de koppels was in staat zwanger te raken binnen het tweede jaar van proberen
  • Vrouwen die al eerder zwanger zijn geweest, hebben een grotere kans om op latere leeftijd weer zwanger te worden
  • Het meten van natuurlijke conceptie is moeilijk
  • De representativiteit van de steekproef ontbreekt

Afsluitende woorden

Voordat ik deze blogpost schreef, vroeg ik mijn volgers (alleen vrouwen) op Instagram of ze al eerder van de term ‘biologische klok’ hadden gehoord. Alle vrouwen hebben eerder van de term gehoord. Ik heb ze ook gevraagd of ze zich zorgen maken over zwanger worden op een latere leeftijd. De meeste vrouwen zeiden nee, maar ik moet zeggen dat dit bijna fifty-fifty was. Er zijn dus veel vrouwen die zich zorgen maken over het feit dat ze minder vruchtbaar worden naarmate ze ouder worden. Ik begrijp waar dit vandaan komt, want als je regelmatig een bericht hoort, begin je het te geloven. Ik wil er echter ook op wijzen dat de medische kennis die we over dit onderwerp hebben beperkt is, tenzij je deel uitmaakt van het medische veld. Het dichtst bij de medische sector kom ik als ik twee keer per jaar naar de tandarts ga voor controle en naar de huisarts ga voor mijn ijzer- en vitamine D check-up. De meeste mensen nemen nauwelijks de tijd om medische tijdschriften over vruchtbaarheid te lezen en zich te verdiepen in de vragen zoals hoe is dit onderzoek uitgevoerd, wat waren de bevindingen, wat zijn de steekproeffouten? Dit is de reden waarom ik het verontrustend vind dat medische onderwerpen in de reguliere media op sensationele wijze worden behandeld.

Mainstream media hebben één doel: veel kijkers of lezers aantrekken. Op een sensationele manier medische onderwerpen bespreken zonder een deskundige, kan verstrekkende gevolgen hebben voor de opvattingen van mensen en de beslissingen die ze nemen. Daarom moet je altijd kritisch zijn over wat je leest of ziet, want krantenkoppen zoals ‘wanneer het te laat is om een baby te krijgen’ creëren angst en paniek. Als je medische tijdschriften gaat lezen, ontdek je hoe complex dit onderwerp is. Na het lezen van medische artikelen geloof ik dat de vruchtbaarheid afneemt naarmate we ouder worden, maar ik geloof ook dat dit voor elke vrouw anders is. Ik heb verhalen gelezen van vrouwen die na hun 35e of zelfs op 42-jarige leeftijd gezonde kinderen baarden. Als je je zorgen maakt over of je kinderen kunt krijgen, raad ik je aan om medische tijdschriften te lezen en de huisarts te bezoeken. Trek niet te snel conclusies op basis van wat je ziet en hoort in de reguliere media.


[1] Friese, C., Becker, G., & Nachtigall, R. D. (2006). Rethinking the biological clock: eleventh-hour moms, miracle moms and meanings of age-related infertility. Social science & medicine63(6), 1550-1560.

[2] M. McKaughan. The biological clock: Reconciling careers and motherhood in the 1980s. Doubleday, New York (1987)

[3] Dunson, D. B., Baird, D. D., & Colombo, B. (2004). Increased infertility with age in men and women. Obstetrics & Gynecology103(1), 51-56.

[4] Rothman, K. J., Wise, L. A., Sørensen, H. T., Riis, A. H., Mikkelsen, E. M., & Hatch, E. E. (2013). Volitional determinants and age-related decline in fecundability: a general population prospective cohort study in Denmark. Fertility and sterility99(7), 1958-1964.

[5] Steiner, A. Z., Herring, A. H., Kesner, J. S., Meadows, J. W., Stanczyk, F. Z., Hoberman, S., & Baird, D. D. (2011). Antimüllerian hormone as a predictor of natural fecundability in women aged 30–42 years. Obstetrics and gynecology117(4).

Wie moet dit nog meer lezen? Deel!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNL