De 4 Hechtingsstijlen: Wat Opvoeding Zegt Over Jouw Relaties

Het is misschien wel het diepste verlangen van ieder mens: veilig verbonden zijn met iemand. Maar wat als je dat nog nooit hebt ervaren? Jouw verzorgers zijn de eerste personen in jouw leven van wie jij leert te verbinden. Als je nooit eerder een veilige verbondenheid hebt ervaren dan kan dit het hebben van veilige en liefdevolle relaties in de weg zitten.

Verbinding met anderen kan je vergelijken met een dans. Je reageert op elkaars bewegingen, zet de ene een stap naar rechts, ga je dan mee? Of beweeg je de tegenovergestelde richting op? Of beweeg je helemaal niet en zet je je hakken in het zand? De manier waarop je verbinding legt heb je geleerd van jouw ouders. Voor het aangaan van relaties, kan het wellicht handig zijn als je je verdiept in jouw hechtingsstijl. Verdieping in jouw hechtingsstijl verklaart namelijk waarom je tegen dezelfde dingen aanloopt in relaties of bepaalde soort mensen aantrekt. Bovendien kan je zo patronen die jij van jouw ouders hebt meegekregen doorbreken en voorkomen dat je ze doorgeeft aan jouw kinderen.

Eerste indruk

Wanneer jij als onschuldige baby ter wereld komt, ben je volledig afhankelijk van jouw verzorgers. Daarbovenop communiceer jij in andere taal dan in die van jouw ouders. Werd er snel en begripvol gereageerd op jouw gehuil? Dan is de kans groot dat je veilig gehecht raakt. Werd er de ene keer wel en de andere keer niet gereageerd? Dan raak je angstig gehecht. Werd je regelmatig aan je lot overgelaten, dan raak je vermijdend gehecht. Er is ook een vierde categorie: gedesorganiseerde hechting. Deze vorm van hechting komt vaak voor bij kinderen die misbruikt of verwaarloosd zijn.

De cijfers

65% van de mensheid is veilig gehecht.[1]
35 % van de mensen is niet veilig gehecht, van wie
15% een angstige hechtingsstijl is,
10% een vermijdende hechtingsstijl heeft,
en 10 % een gedesorganiseerde hechting heeft.

De 4 hechtingsstijlen

John Bowlby is de grondlegger voor de hechtingstheorie zoals wij die vandaag de dag kennen. Hij baseerde zijn hechtingstheorie op het gedrag van jeugddelinquenten en sociaal-emotioneel onaangepaste kinderen. Zijn studente Mary Ainsworth hielp Bowlby om zijn theorie wetenschappelijk te bewijzen. Zij observeerde de band tussen moeder en kind. Haar onderzoek was voor die tijd uniek, omdat ze zich richtte op gedragspatronen in context, in plaats van het tellen van de frequentie van specifiek gedrag. Ainsworth observeerde kinderen van 12 tot 20 maanden en onderscheidde vier typen gehechtheid.[2]

  1. Veilige hechtingsstijl: Het kind krijgt onvoorwaardelijke liefde van de ouders, de ruimte om zichzelf te zijn en er wordt op een gepaste manier gereageerd op de behoeften van het kind. Bijvoorbeeld als een kind valt, dan wordt hij of zij getroost. Kinderen die een veilige hechting hebben met hun ouders, proberen nieuwe dingen uit en leren dat ze op zichzelf en anderen kunnen vertrouwen. Als volwassen persoon kun je makkelijk intieme relaties aangaan, je voelt je veilig en zeker in relaties. Je houdt rekening met de behoeften en wensen van de ander en kunt ook duidelijk die van jouw aangeven.
  2. Angstige hechtingsstijl: Het kind kan nauwelijks tot niet op zijn/haar ouders rekenen. De ouders zijn overbezorgd, inconsequent of onvoorspelbaar. Als volwassen persoon voel je je onzeker in relaties en hebt vaak bevestiging nodig. Je bent overgevoelig voor het gedrag en sociale signalen van anderen.
  3. Vermijdende hechtingsstijl: Het kind heeft afstandelijke ouders. Zij zorgen niet goed voor het kind of het kan zijn dat het kind voor hen zorgde. Er wordt niet adequaat gereageerd op de behoeften van het kind. Als volwassen persoon heb je moeite met het tonen van gevoelens, omdat daar afwijzend op gereageerd werd door jouw ouders. Je hebt geleerd om op je eigen benen te staan. Je houdt afstand van anderen en bent gesloten. Je gaat relaties en intimiteit uit de weg. Als je ze wel weet op te bouwen, dan houden ze geen stand of zijn ze oppervlakkig van aard.
  4. Gedesorganiseerde hechtingsstijl: Het kind toont gedragskenmerken van vermijdende en angstige hechtingsstijl. De hechting raakt gedesorganiseerd, omdat de ouder een bron van veiligheid en angst is. Als volwassen persoon heb je weinig vertrouwen in jezelf en de ander.

Innerlijke zoektocht

Pas als je durft te kijken naar hoe jij gehecht bent met jouw verzorgers, kun je zien of je in oude patronen stapt die je vroeger hebt aangeleerd. Handel je naar je eigen behoeften of naar de behoeften van de ander? Tegenwoordig zijn er allerlei testen die je kunt maken om erachter te komen, welke hechtingsstijl op jou van toepassing is. In het boek Blijf bij mij van Rika Ponnet staat een checklist. [3] Zie voorbeeld hieronder:

Veilige hechtingsstijl (Ponnet, 2012, 380)
• Voelt zich comfortabel bij intimiteit en nabijheid
• Benoemt de positieve en negatieve dingen bij zichzelf en de ander
• Heeft geen angst voor conflicten, loopt er niet voor weg

Angstige hechtingsstijl (Ponnet, 2012, 370-371)
• Komt uit een gezin waar ouders weinig vertrouwen toonden in hun kinderen, kinderen verwennen, overmatig inspelen op hun behoeften, hen niet aanleren met frustraties en verdriet om te gaan
• Kinderen kregen geen ruimte voor zelfontplooiing door sterk autoritair ouderschap en ontwikkelen daardoor een te beperkt zelfvertrouwen
• Stelt zich onafhankelijk op

Vermijdende hechtingsstijl (Ponnet, 2012, 364)
• Een blijvend gevoel van alleen-zijn, ook al zijn ze in een relatie, vanuit de overtuiging: de ander is er niet als ik die nodig heb, ik kan alleen vertrouwen op mezelf
• Op momenten dat er sprake is van nakende intimiteit, kwetsbare verbondenheid of emotionaliteit trekt men zich uit het contact terug
• Onderdrukken van gevoelens, verlangens, verwachtingen: als ik niets verlang van anderen, heb ik anderen ook niet nodig en kan ik niet gekwetst worden

Mensen kiezen voor wat ze kennen in plaats van waar ze op hopen

Als je niet veilig gehecht bent aan jouw ouders, dan is de kans groot dat een onveilige hechtingsstijl ook terugkomt in jouw partner. Mensen kiezen namelijk voor patronen die ze herkennen en wat zij zien als ‘normaal’. Als je gelooft dat jij het niet waard bent om van gehouden te worden, dan trek je mensen aan die niet van jou houden op een manier zoals jij het graag zou willen. Het worden zelf vervullende voorspellingen. Mensen die zich bewust zijn van het innerlijk conflict en zich verdiepen in hun eigen gedrag, staan op het punt om verandering te brengen in hun leven.

In ieder type relatie, gaat het in essentie om gezien, gehoord en geaccepteerd worden. En dat is in werkelijkheid vaak lastig om voor elkaar te krijgen, omdat je op dezelfde maat moet zien te dansen. Maar er is goed nieuws! De hechtingsstijl die je nu hebt, is niet bepalend voor de rest van jouw leven. Je kunt eraan werken door jouw communicatie te verbeteren, in therapie te gaan of je in te lezen over dit soort onderwerpen. Het hebben van liefdevolle relaties waarin verbinding centraal staat, begint altijd jezelf. En een liefdevolle relatie, dat willen we toch allemaal?


[1] Richtlijn Problematische gehechtheid, 2017.

[2] Ainsworth, M. D. S., en Wittig, B. A. (1969). Attachment and exploratory behavior of one-year-olds in a strange situation. In B. M. Foss(Ed. ), ‘Determinants of infant behavior’, jaargang 4, p. 111-136). London, Methuen.
[3] Rika Ponnet (2012). Blijf bij mij. Terra-Lannoo Uitgeverij.

Wie moet dit nog meer lezen? Deel!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNL