Interview: Sharon Gogar over haar multiculturele achtergrond en opgroeien in Nederland

Met de afschaffing van de slavernij in 1863 in Suriname, begon de geschiedenis van de Hindostanen. In de periode die volgde na de afschaffing, werd er door Nederland gezocht naar nieuwe en goedkope arbeidskrachten die op de plantages konden werken. In 1872, werd door koningin Victoria van Engeland en koning Willem III een traktaat gesloten, waarmee Nederland recht kreeg op het werven van contractarbeiders in Brits-Indië (Welten, 2010). De contractarbeiders bleven Brits onderdaan en vielen onder bescherming van het Britse rechtssysteem. In het traktaat werd opgenomen dat de arbeiders voor vijf jaar in Suriname zouden werken en recht hadden op een gratis terugreis. De meeste contractarbeiders waren afkomstig uit de deelstaten Uttar Pradesh, Bihar en de Bengalen. Destijds was dit gebied ernstig verarmd en kampte de bevolking met grote voedseltekorten, doordat de Britten de agrarische productie grotendeels in gebruik stelde voor het moederland (Welten, 2010). Na een overtocht van ruim drie maanden, kwamen de eerste Brits-Indiase immigranten aan in Suriname in 1873 (Choenni, 2011). In de periode tot 1916, zouden er nog 63 schepen volgen. In totaal kwamen er ruim 34.000 Indiërs naar Suriname (Choenni, 2011). Hiervan is één derde na het uitdienen van hun contract weer teruggekeerd naar Brits-Indië. Deze groep speelde een belangrijke rol in de afschaffing van het contractarbeid systeem. Een meerderheid is in Suriname blijven wonen en is tot Nederlander genaturaliseerd. In de jaren 70, volgde er opnieuw een migratie dit keer van Suriname naar Nederland.

Vandaag interview ik Sharon Gogar, een jonge intelligente vrouw, over haar multiculturele achtergrond. Ze is 26 jaar en komt uit Rotterdam. Sharon is de vijfde generatie uit India. Haar ouders zijn net als mijn ouders geboren in Suriname en in de jaren 70 naar Nederland gekomen. Ze heeft haar bachelorsopleiding International Studies aan de Universiteit Leiden afgerond. Daarna heeft ze de masteropleiding International Development Studies aan de Universiteit Utrecht gestudeerd. Ze werkt nu bij de Immigratiedienst.

Nani = grootmoeder van moederskant
Nana = grootvader van moederskant
Aji = grootmoeder van vaderskant

S: In onze gedeelde geschiedenis hebben we te maken met drie landen: India, Suriname en Nederland. Hoe zou jij jouw identiteit omschrijven?

Sharon: Ik zie mezelf als driehoek tussen India, Suriname en Nederland. Puur omdat ik me niet 100% van elke identiteit voel maar meer een mix tussen de drie identiteiten. Ik merkte dat toen ik op vakantie was in Suriname. Ik voelde mij heel erg op mijn gemak, dingen kwamen mij ook bekend voor en ik vond het heel leuk, maar het was het toch net niet. Toen ik in India was, zag ik dingen van het Hindoeïsme of van de cultuur en dan dacht ik van oh, ik begrijp dat, maar dan was het het ook net niet. En datzelfde gevoel heb ik ook in Nederland, ook al ben ik hier geboren, er is toch een gevoel van nee toch net niet. Ik houd het op dat ik een mix ben tussen deze drie mooie identiteiten.

S: Waaraan merk je dat je Nederlands bent?

Sharon: Alles bij elkaar, de manier hoe je denkt, hoe je praat, hoe je je kleedt. Bijvoorbeeld met afspraken maken, als je in Suriname bent dan kan je gewoon langsgaan bij iemand, maar hier in Nederland dan plan ik alles. Het moet echt in mijn agenda staan ook al is het etentje bijvoorbeeld.

S: Hoe heb je het ervaren om in Nederland op te groeien als Surinaamse-Hindoestaan?

Sharon: Ik ben opgegroeid in Rotterdam-Zuid in een multiculturele buurt. Dat was heel leuk en je leert ook op jonge leeftijd dat het normaal is dat mensen verschillende achtergronden hebben, verschillende gewoontes en gebruiken. Je raakt eraan gewend dat iedereen een andere afkomst heeft.

Toen ik naar de middelbare school ging zijn wij verhuisd naar Barendrecht, een voornamelijk witte buurt. Van wat ik mij kan herinneren heb ik mij op school echter nooit anders gevoeld of ben ik anders behandeld. Er waren wel momenten waarbij ik dacht hey bij ons thuis of bij mij in de familie doen we dit anders. Veel vriendinnen gingen bijvoorbeeld op hun zestiende naar de stad om uit te gaan. Ik moest daar niet eens aan denken. Voor mij kwam dat op een latere leeftijd pas. Je gaat dat toch automatisch vergelijken met jouw eigen cultuur, maar ik voelde me er verder neutraal over. Ik was ook niet echt met cultuur en identiteit bezig op die leeftijd.

Pas toen ik met mijn studie International Studies begon kwam ik weer in die multiculturele setting, en kwamen er meer vragen in mij naar boven. Ik dacht van oké, jij komt daar vandaan en jij komt daar vandaan, maar wie ben ik dan? Wat is mijn achtergrond, wat is mijn cultuur? Er was een gat, omdat iedereen wel mensen om zich heen van zijn/haar eigen cultuur en ik had dat niet. Ik had bijna geen hindoestaanse vrienden om mij heen en merkte toen pas hoe vervreemd ik was van mijn eigen cultuur. Ik spreek de taal bijvoorbeeld niet goed, wij doen niet mee met alle tradities, ik had toen geen hindoestaans netwerk en dat vond ik jammer.

Door International Studies kwam die behoefte om mezelf er meer in te verdiepen. Door veel met vriendinnen en nichtjes te praten over soortgelijke ervaringen bleek dat meer meiden met deze identiteitsproblemen zaten.

S: Kan je beschrijven hoe dat voelt?

Sharon: Het is een dubbel gevoel. Aan de ene kant heb je de vrijheid om van beide culturen en identiteiten te genieten. Binnenshuis krijg je Surinaams-Hindoestaanse normen en waarden mee en buitenshuis leer je de Nederlandse manier van doen. Maar aan de andere kant herinnert dat je er ook aan dat je niet helemaal thuishoort in een van beide.

Het moment dat ik dit besefte was best lastig. Ik was op zoek naar iets waarvan ik niet eens weet waar ik naar op zoek was. Er is geen handleiding of een juiste manier om hiermee om te gaan. En ik had op een gegeven moment wel een verlangen naar herkenning of het gevoel om ergens bij te horen. Maar ik merk ook dat dat met name bij Hindoestanen lastig is. Elke Hindoestaan heeft zijn eigen identiteitsgevoel. Sommigen neigen meer naar de Nederlandse identiteit, anderen meer naar de Surinaamse en anderen meer naar het Indiase. Voor mij was het meer een proces van uitzoeken wie ik ben, wat ik belangrijk vind, en wat ik leuk vind als persoon zijnde. En ik merk dat ik daar meer waarde aan hecht dan aan de link met één van de identiteiten.

S: Welke voordelen zijn er aan het hebben van een migratieachtergrond?

Sharon: Je gaat niet in hokjes denken van jij bent dit of dat. Ik denk dat mensen met een biculturele achtergrond meer begrip en respect hebben voor mensen die van een andere afkomst zijn. Je groeit op met het idee dat het normaal is dat mensen andere achtergronden, gewoontes en gebruiken hebben. Je kunt van de goede aspecten van beide culturen genieten. Denk aan gewoontes, eten en tradities. Je zit niet vastgeroest in één cultuur.

S: Waar denk je dat er nog veel onwetendheid over is bij andere groepen over Hindostanen in Nederland?

Sharon: Ik zou denken respect voor aspecten van de Indiase cultuur, zoals traditionele kledij, gewoonten en gebruiken, en aspecten van onze religie. Onlangs was er ophef over Peter R. de Vries die verkleed was als Ganesha in een tv-programma. Ik denk niet dat mensen beseffen hoeveel waarde Ganesha voor ons heeft. Ik heb ook weleens een badpak voorbij zien komen met het hoofd van Ganesha erop of een hardstyle festival in NL met Bollywood als thema, daar plaatste ik vraagtekens bij. De verschillende podia waren vernoemd naar Ganesha, Shiva enz. Dat zijn heilige figuren in het hindoeïsme. Onze tradities en religie is geen concept dat mensen kunnen gebruiken voor entertainment doeleinden en ik denk dat veel mensen dat niet beseffen. Tuurlijk is er ruimte voor humor, maar dan wel met bewustzijn en respect.

S: Ik ben het met je eens dat heilige figuren niet voor entertainment doeleinden gebruikt kunnen worden. Ik was vorig jaar in Thailand en ik zag daar billboards met “Buddha is not for decoration. Respect is common sense.” langs de snelweg staan en ook in tempels om toeristen bewust te maken. Buddha beeldjes worden soms ook in het toilet geplaatst als decoratie en dat is ook niet gepast.

S: De geschiedenis van onze gemeenschap is complex vanwege de verhuizing van India naar Suriname en Suriname naar Nederland. Wat weet jij over de Indiase vrouwen die naar Suriname zijn gebracht?

Sharon: Ik weet niet veel over de Indiase vrouwen die naar Suriname gebracht zijn. Ik heb dit niet echt meegekregen. Ik denk dat het komt omdat er weinig onderzoek naar gedaan is, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik zelf ook weinig moeite heb gedaan om er meer over te weten.

S: Ik sprak laatst een diversiteitsexpert hierover en ze zei dat het niet vreemd is dat wij het idee hebben dat er weinig onderzoek naar gedaan is. We zijn in Nederland geboren en hier opgegroeid. Wij leven naar de regels van de Nederlandse maatschappij d.w.z. we gaan naar school en leren over de Nederlandse geschiedenis, dan gaan we studeren, carrière, gezin enz. We hebben dus geen tijd om te leren over onze migratiegeschiedenis, als je wel leert erover dan is het een extra investering die tijd kost. Veel mensen hebben deze tijd niet, omdat ze het te druk hebben met alle ballen in de lucht proberen te houden (sociale leven, werk, sporten, kinderen naar hockey brengen). Hierdoor krijgen wij dus ten onrechte het idee dat er weinig onderzoek naar gedaan is, terwijl er veel gepubliceerd is over onze migratiegeschiedenis.

Na mijn afstuderen ben ik mij wat meer gaan verdiepen in onze geschiedenis, wat ik weet over Indiase vrouwen is dat:

  • Er werden meer mannen verscheept vergeleken met vrouwen. Hierdoor kwamen vrouwen in een machtspositie terecht in Suriname, want zij konden mannen kiezen. Sommige vrouwen hadden een relatie met meerdere mannen tegelijk. Als ze één man hadden dan konden ze bijvoorbeeld eisen dat ze goed behandeld werden anders kon hij vertrekken. Als ze weduwe werden dan konden ze hertrouwen.
  • Vrouwen moesten even hard als mannen werken op de plantages, maar kregen een lager loon dan mannen. Als een vrouw eenmaal vrij was dan werd er nog van haar verwacht dat ze huishoudelijke taken op zich nam.
  • Daarnaast ken ik ook een verhaal van Janey Tatery, een Hindoestaanse verzetsstrijder van 24 jaar, ze protesteerde tegen de slechte arbeidsomstandigheden. Ze is doodgeschoten door een opzichter.
  • Vrouwen werden mishandeld en misbruikt door de koloniale heersers. In de jaren voorafgaand aan de afschaffing van het contractarbeid systeem in 1917, werden de negatieve aspecten van het systeem opgepikt door de Indiase nationalistische beweging onder leiding van Mahatma Gandhi. Aanvankelijk presenteerden de rapporten een positief perspectief van het systeem: Indiase arbeiders verdienden een inkomen en werkten onder "bevredigende arbeidsomstandigheden" (Mahase, 2020). Deze rapporten werden geschreven door Britse opzichters, maar later werden ook ambtenaren van de Indiase regering gestuurd om onderzoek te doen. In 1913 werd een rapport gepubliceerd door James McNeill en Lala Chimmanlal over de omstandigheden van Indiase immigranten in vier Britse koloniën (Trinidad, Brits Guyana, Jamaica en Fiji) en Suriname (Mahase, 2020). Het rapport gaf een gunstige indruk, maar werd aanvankelijk onthouden van het Indiase publiek. Indiase nationalisten vonden dit vreemd en nadat ze het rapport hadden gelezen, negeerden ze de belangrijkste conclusies en benadrukten ze de negatieve aspecten in het publiek debat. Deze negatieve aspecten werden gebruikt om het geloof te versterken dat het Britse imperialisme fout was en dat India onafhankelijk zelfbestuur nodig had. In 1915 waren enkele Indiërs gerepatrieerd naar India (één derde van de groep in Suriname). Indiase nationalisten verzamelden informatie uit eigen ervaring van hen en van mensen die in Zuid-Afrika, Mauritius en Fiji woonden. Toen informatie sneller verspreid kon worden in India en van de koloniën naar India met de komst van de pers: kwam de Britse imperiale regering onder druk te staan. Het was ook in deze tijd dat de vrouwelijke Indiase emigranten in het nationalistische discourse werden opgenomen. Er kwamen steeds meer gevallen van seksueel misbruik, ontvoering van vrouwen en straf voor het niet reageren op de avances van koloniale heersers aan het licht. In deze tijd werden openbare bijeenkomsten gehouden door vrouwen die openlijk kritiek hadden op het contractarbeid systeem door te beweren dat het de vrouw onteert en vernedert. Toen Indiase nationalisten meer steun kregen en Mahatma Gandhi dreigde met satyagraha (geweldloze protesten), schaften de Britse imperiale regering en de regering van India in 1917 uiteindelijk het systeem van contractarbeid af.

S: Wat weet jij over de vrouwen die in Suriname zijn geboren en opgegroeid?

Sharon: Ik weet dat ze vaak op jonge leeftijd werden uitgehuwelijkt. Mijn nani vertelt aan mij dat het in die tijd normaal was om op een jonge leeftijd te trouwen. Zij was 15 jaar toen ze trouwde. Ze weet dat dit een groot contrast is met nu. Ze woonde bij haar schoonfamilie en daar droeg ze de zorg voor het huishouden en de kinderen. Ze keken niet naar haar als persoon. Wat wil zij doen? Wil ze studeren? Wat wil ze worden? Het was zo van als ze maar klaar voor het huwelijk is en kinderen kan krijgen, dus alsof een vrouw alleen bestaat om die dingen te doen. Dan besef ik wel hoe goed wij het nu hebben.

S: Laatst vertelde de aji van mijn neefje ook dat zij 16 was toen ze moest trouwen. Ze was de was aan het doen en ineens werd ze geroepen, en werd er tegen haar gezegd: dit gaat je man worden. Vroeger was de graadmeter om te trouwen voor een vrouw, menstruatie. Dat was dan vaak op een jonge leeftijd. Ik kan het mij ook niet voorstellen, je bent nog een kind en je weet niet wat het huwelijk precies inhoudt. Wat ik ook weet van de vrouwen van vroeger, is dat ze zonder medische hulp bevielen, hooguit een vroedvrouw die hielp. En de gezinnen waren veel groter. Mijn aji heeft 9 kinderen. En daarin besef ik ook dat ons leven anders is.

S: Een gedeelte van de in Suriname geboren Hindostaanse vrouwen is vanaf de jaren 70 naar Nederland gekomen? Hoe zag het leven van jouw moeder eruit toen ze eenmaal in Nederland was?

Sharon: Veel vrouwen zijn in die tijd hier nog naar school gegaan, natuurlijk afhankelijk van hoe oud ze waren. Mijn moeder was bijvoorbeeld 11 jaar. Ze heeft hier haar basisschool afgemaakt, middelbare school en haar opleiding. Daarna ging ze werken. Mijn nani stond achter haar beslissingen. Mijn moeder kon zelf kiezen wat ze wilde doen, ze stond niet onder druk dat ze iets moest doen. Zij had daar de vrijheid in, waar ze minder vrijheid in had was toen ze mijn vader leerde kennen. Ze hadden een tijdje een relatie en wilden samenwonen, maar dat mocht niet van mijn nani en nana. Mijn ouders moesten eerst trouwen en dan mochten ze samenwonen. Mijn moeder zei tegen mij als ik het anders had kunnen doen dan zou ik eerst samenwonen en later trouwen. En daarom gunt ze dat mij nu van ga maar eerst samenwonen en later trouwen.

S: Dat is heel leuk om te horen! Dus je woont nu ook samen?

Sharon: Ja!

S: Wauw! Mijn ouders zijn hier nog traditioneel in en ik weet ook dat als het aan hen ligt dan is er geen sprake van samenwonen. Het is heel mooi om te horen dat je moeder zo ruimdenkend hierin is en dat ze ook nog steeds denkt van als ik het voor het zeggen had, dan had ik alsnog gekozen voor eerst samenwonen.

Sharon: Ja, ik vind het ook tof van haar dat ze mij die keuze geeft van kijk maar wat jij doet.

S: Kun je twee dingen opnoemen waarin jij verschilt met je moeder/andere vrouwen van die generatie?

Sharon:

1. Ik heb meer de ruimte om eigen keuzes te maken, wat betreft studie, partner, carrière en bepaalde interesses die ik heb. Ik ben bijvoorbeeld twee keer naar het buitenland gegaan voor stage en onderzoek. Ik ging ook best wel ver, de eerste keer naar Brazilië en de tweede keer naar Trinidad. Voor mijn ouders was het heel moeilijk en ze vroegen ook van waarom moet je meteen zo ver gaan, maar ze hebben wel achter mijn keuzes gestaan. Ik ben enig kind, dus ze vonden het heel spannend. Zij vertellen wat belangrijk is in de hindoestaanse cultuur, maar daarna word ik losgelaten in het maken van mijn eigen keuzes. Niet iedereen had dat toentertijd en dus ik ben mij echt bewust van dit privilege. Daarbij heb ik ook bijna geen druk van de familie, iets wat vroeger heel anders was. Ik moet hier wel een kanttekening plaatsen, dat dit per familie verschilt. Er zijn nog steeds families waarin vrouwen wel volgens culturele normen en waarden moeten leven en dus minder vrij zijn in het maken van hun eigen keuzes.

2. De samenleving is in het algemeen veranderd. Bepaalde onderwerpen worden meer bespreekbaar en zijn minder taboe. Bijvoorbeeld menstruatie, seks, lhbti dit zijn onderwerpen die wat meer bespreekbaar worden. Ik denk dat het internet en sociale media hier ook een grote rol in spelen. Wij hebben toegang tot middelen die onze ouders en grootouders niet hadden. Zo zijn wij minder afhankelijk van informatie/tradities die generatie op generatie doorgegeven worden. Niet dat dat per se slecht is, maar op deze manier kun je er onderzoek naar doen. Er is meer informatie beschikbaar en communicatie met anderen gaat makkelijker. Ik kan mij voorstellen dat vrouwen vroeger vragen hadden die ze niet aan familie konden stellen of dat ze advies nodig hadden over bepaalde onderwerpen, en nu kan je dat op het internet zoeken.

S: Zijn er aspecten van de Hindoestaanse cultuur die voor vrouwen belemmerend werken?

Sharon: tradities, zoals bijvoorbeeld dat vrouwen die menstrueren onrein zijn en dus niet mee mogen doen met rituelen tijdens een religieuze ceremonie. Of dat de moeder van de bruidegom niet aanwezig mag zijn bij het trouwfeest van haar zoon. Deze tradities zijn bijna altijd op vrouwen gericht. Vrouwen mogen dit niet en dat niet. Ik plaats hier vraagtekens bij. Daarnaast zijn er nog steeds traditionele rollen weggelegd voor mannen en vrouwen en de daarbij horende verwachtingen. Bijvoorbeeld huishouden, uitdelen op verjaardagen, helpen in de keuken etc. Als vrouw zijnde wordt er van je verwacht dat je dit op je neemt. Neem uitdelen op verjaardagen bijvoorbeeld, mannen blijven zitten en worden bediend, terwijl wij gaan helpen. Ze verwachten dat jij die dingen doet en ervoor open staat om het te doen, terwijl je soms ook wilt zitten. De generatie van nu is anders en ik weet niet hoe jij hierover denkt, maar er zijn veel jonge vrouwen die hier anders over nadenken. We zouden dit kunnen veranderen door beter te communiceren over wat wel/niet gepast is. Goede afspraken maken zodat bepaalde verwachtingen aangepast kunnen worden. En verder ook mensen in hun waarde laten en hun keuzes respecteren.

S: In welk opzicht bewonder jij de generaties voor jou? In hoeverre zijn zij bepalend geweest voor de persoon die jij vandaag de dag bent?

Sharon: Mijn nani en nana zijn echt allesbepalend geweest voor hoe de familie vandaag de dag is. Zij hebben de basis gelegd voor ons. Als eerst hebben zij de stap genomen om te migreren naar Nederland voor een betere toekomst voor hun kinderen en kleinkinderen. Zij hebben er alles aan gedaan om de familie bij elkaar te houden. Vandaar dat we ook een goede band hebben met elkaar. Zo vieren we feestdagen en verjaardagen vaak samen. Dit is iets wat ik hoop voort te zetten!

Ze zijn voor hun generatie erg ruimdenkend en accepteren daarbij veel verandering. Ze hebben het besef dat wij in een ander land zijn opgegroeid en een andere generatie zijn. Zij houden hier ook rekening mee. Iets wat ik echt heel knap vind en waarvan ik hoop dat ik later dat besef ook heb.

Daarnaast hebben zij met z’n tweetjes super veel gereisd! Veel van de wereld gezien en weten ze er altijd wel een leuk verhaal over te vertellen. Dat is echt heel tof! Dit hebben zij ook meegegeven aan hun kinderen en die weer aan ons.

Van mijn ouders vind ik het knap dat zij er in sommige gevallen ook voor hebben gekozen om dingen anders te doen. Zo veranderen er dingen per generatie, bijvoorbeeld de kwestie van samenwonen versus trouwen.

Ik denk ook dat het belangrijk is om de vorige generaties te begrijpen in wat toentertijd normaal was, waarom dingen op een bepaalde manier gingen, en wat er van hen verwacht werd. Hoe meer en hoe beter je deze verhalen begrijpt hoe beter je je eigen verhaal begrijpt; wie jij bent en waar jij vandaan komt. Nu in deze tijd hebben wij de keuze om te bepalen of wij daar veranderingen in willen brengen of juist niet. De basis is eenmaal gelegd, de keus is aan ons!

S: Heel erg bedankt voor het delen van jouw inspirerende verhaal, Sharon!

Choenni, C. (2011). Integratie Hindostani stijl : Over de migratie, geschiedenis en diaspora van Hindostanen. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Mahase, R. (2020). Why Should We Be Called ‘Coolies’?: The End of Indian Indentured Labour. Routledge.

Welten, A. (2010). Misleide Migranten. Historisch Nieuwsblad.

Wie moet dit nog meer lezen? Deel!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNL