Conceptuele begrip van women's empowerment: verleden en heden

Empowerment is de afgelopen decennia een buzzword geworden binnen de internationale ontwikkelingswereld, net als duurzaamheid. In de jaren tachtig werd de term 'empowerment' bedacht door feministische bewegingen de onrechtvaardige en ongelijke machtsverhoudingen te bestrijden, waardoor vrouwen in een nadelige positie werden gebracht (Cornwall, 2016). Tegenwoordig wordt het gebruikt door bedrijven, niet-gouvernementele organisaties, banken en ontwikkelingsdonoren als een middel om hun eigen doelstellingen na te streven (ibid.). Op deze manier stelt Cornwall (2016) dat veel inzichten uit de feministische theorieën die in de jaren tachtig en negentig zijn ontwikkeld, verloren zijn gegaan. Hieronder zal ik eerst uitleggen wat de term 'empowerment' betekende voor feministische wetenschappers in de jaren tachtig, voordat we verder gaan met hoe het concept nu wordt toegepast.  

In de jaren tachtig produceerden feministische academici uitgebreide literatuur over de empowerment van vrouwen. Hun radicale benadering was gericht op het veranderen van machtsverhoudingen ten gunste van vrouwenrechten en meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen (Batliwala, 1993; Kabeer, 1994; Sen, 1997). In de jaren negentig eiste Batliwala (1993) een groter onderscheid tussen de begrippen macht en empowerment naarmate het transformatie element aan het vervagen was.

Batliwala (1993) definieert macht als het hebben van “twee centrale aspecten: controle over hulpbronnen (fysiek, menselijk, intellectueel, financieel en het zelf) en controle over ideologie (overtuigingen, waarden en attitudes). Als macht controle betekent, dan is empowerment daarom het proces van controle krijgen (1997: 2)."

Empowerment kan dus worden opgevat als een zich ontvouwend proces van het verkrijgen van controle over middelen en ideologie. Kabeer (1994) en Sen (1997) benadrukken de complexe gezamenlijke relatie tussen het zelfinzicht en het vermogen van vrouwen tot zelfexpressie en de toegang van vrouwen tot en controle over materiële bronnen. Bovendien beweren feministische wetenschappers dat empowerment niet iets is dat door anderen kan worden verleend, maar dat het gaat om 'het erkennen van machtsongelijkheden, het opeisen van het recht op rechten en handelen om structurele veranderingen aan te brengen ten gunste van meer gelijkheid' (Cornwall, 2016).

De literatuur over empowerment van vrouwen die in de jaren tachtig en negentig is ontwikkeld, richt zich op deze drie hoofdpunten:

  • Empowerment gaat voornamelijk over het veranderen van ongelijke machtsverhoudingen
  • Empowerment is relationeel (zelfinzicht, zelfexpressie en toegang tot en controle over materiële bronnen)
  • Empowerment is een proces (er is geen einddoel, geen vaste staat en er is ook geen gemakkelijk meetbaar resultaat)

Cornwall (2016) benadrukt dat het belangrijk is op te merken dat er geen eenduidig recept is als het gaat om empowerment. Wat de ene vrouw kracht geeft, kan de andere niet versterken. Als een vrouw actie onderneemt op een bepaald gebied van haar leven, betekent dat niet dat ze automatisch meer controle krijgt over middelen en het vermogen om machtsverhoudingen te transformeren. Bovendien kan empowerment van vrouwen ook disempowerment veroorzaken. Als een vrouw bijvoorbeeld financieel sterker wordt, omdat ze een inkomen verdient, kan het zijn dat haar man zich verzet tegen de empowerment van vrouwen door gewelddadig tegen haar te zijn. Empowerment is dus afhankelijk van de omstandigheden van een individu.

Door eerdere literatuur over de empowerment van vrouwen te vergelijken met de huidige interpretaties van het concept, kunnen de beperkingen van de huidige benaderingen worden onthuld. De verklaring van de Wereldbank over empowerment van vrouwen richt zich bijvoorbeeld vooral op activa en het creëren van kansen om toegang te krijgen tot financiële diensten.

"Gelijke toegang tot financiële diensten, het helpen van vrouwen bij het opbouwen van activa en het professionaliseren van de zorgsector kan de vooruitgang in de economische empowerment van vrouwen helpen versnellen" (The World Bank, 2017)


Cornwall (2016) stelt dat het bieden van kansen aan vrouwen om een financieel inkomen te verdienen hun financiële situatie kan verbeteren, maar om deze te transformeren, moeten de diepere oorzaken van armoede en de structurele basis van genderongelijkheid worden aangepakt. Ze beweert dat empowerment meer vereist dan de toegang van vrouwen tot middelen of het creëren van instellingen, wetten en beleid. Om een echte transformatie te laten plaatsvinden, moet er een bewustzijnsverandering plaatsvinden die zich richt op "het transformeren van beperkende normatieve overtuigingen en verwachtingen die vrouwen opgesloten houden in situaties van ondergeschiktheid en afhankelijkheid" (Cornwall, 2016).

Voor degenen die het interview over discriminatie van vrouwen op de werkvloer hebben gelezen. De bovengenoemde reden is waarom ik geen voorstander ben van de quota voor vrouwen op de lange termijn, omdat het niet ingaat op de onderliggende normatieve opvattingen over genderrollen.  

In het huidige internationale ontwikkelingsveld ligt de focus voornamelijk op het verstrekken van middelen, activa of diensten aan vrouwen. De empowerment conceptuele kaders voor het transformeren van machtsverhoudingen ontbreken in deze benadering. Toegang tot middelen is slechts één aspect van de empowerment van vrouwen. Daarom is het belangrijk om het relationele aspect op te nemen. Om de empowerment van vrouwen te transformeren, moeten vrouwen nadenken over hoe ze geleerd hebben over zichzelf te denken als vrouwen, burgers, moeders, dochters, zusters en mensen. Ervan uitgaan dat toegang tot economische middelen een domino-effect zal hebben op andere aspecten van het leven van een vrouw, is niet waarschijnlijk. Het kan bij sommige vrouwen gebeuren, maar men kan niet beweren dat dit altijd het geval zal zijn. Transformerende verandering in genderongelijkheid komt van binnenuit, is het idee.

Feministische onderzoekers beweren dat empowerment van vrouwen in de eerste plaats te maken heeft met het veranderen van onevenwichtige machtsverhoudingen, het is een proces en het is relationeel. In de huidige samenleving is het idee van empowerment van vrouwen gebaseerd op het bieden van toegang tot middelen, maar dit is slechts een deel van het probleem. De onderliggende structuren achter genderongelijkheid worden door instellingen vaak over het hoofd gezien.

Hoe zit het met het opnemen van mannen in de empowerment van vrouwen? Zijn ze niet nodig om transformerende veranderingen te laten plaatsvinden? Hierover meer in de volgende blog.   

Batliwala S. 2007. Taking the power out of empowerment: an experiential account. Development in Practice 17(4/5): 557–65.

Cornwall, A. (2016). Women’s empowerment: What works? Journal of International Development28(3), 342-359.

Kabeer N. 1994. Reversed Realities: Gender Hierarchies in Development Thought. Verso: London.

Sen, G. (1997) Empowerment as an approach to poverty, Working Paper Series 97.07, background paper for the UNDP Human Development Report, New York: UNDP.

The World Bank (2017). Accelerating Women’s Economic Empowerment.

Wie moet dit nog meer lezen? Deel!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

nl_NLNL